In Merauke vond ik het postkantoor waar mijn opa als telegrafist werkte, de locatie van het huis waar mijn vader de eerste elf jaar van zijn leven woonde; het intrigerende strand van Lampu Satu en de haven waar mijn opa en oma elkaar voor het eerst in hun leven zagen, nadat ze op afstand waren getrouwd.
Van de bewaard gebleven paperassen, is mijn opa’s rode notitieboekje misschien wel mijn meest dierbare. Hij begon het boekje niet eerder dan begin 1949 te gebruiken. Hij woonde anderhalf jaar in Merauke, in het uiterste zuiden van Nieuw-Guinea. Waarom had hij juist toen de behoefte om gebeurtenissen en data te noteren?